THE END (OR HOW TO DEAL WITH IT)

Pieter Van Bogaert schreef een analyse over ons proces. Hieronder enkele alinea’s, volledige tekst vindt je hier.

(…) Some five hundred meters in the Wadden Sea, Lotte and Daan installed a glass cube. When the tide is low, the cube rests on the sand. When the water comes up, the cube disappears in the sea. You can sit in the cube and watch the movement of ebb and flow for twelve long hours. There is a glass roof on the cube to make the isolation complete. This is what the end looks like. Like a bubble: the total and final separation between nature and culture. It is what Latour writes about in his book. The reason why we have never been modern is actually that we never succeeded in separating nature from culture. The cube you see over there is the final dream of modernity. An impossible dream.

A few days before I arrive at Terschelling the freshly installed cube turns out to be leaking. ‘This is the end’, says Lotte on her blog. ‘Stay calm, don’t panic’, says Daan. This is Latour’s modernity at work. It will never work. There will always be a leak between nature and culture. Impossible to separate the one from the other. That is the reality we have to deal with. Every end stands for a new beginning. We have never been modern, we have always been in between. Hybrids is what we have always been.

How to deal with this new reality? This leaking reality? It’s a process. It goes from acceptance to emphasizing. It starts with Daan saying ‘don’t panic’ and ends with him drilling more holes in the cube. In between these two moments there is a lot of discussion, a lot of words and thoughts. Arie, artistic advisor of the project, suggests not to talk of a failure (mislukking in Dutch) but of a realization (verwerkelijking). This is after all how reality takes over the art project. As an artist you want to frame something (that is what the cube is: a frame that appears and disappears in the sea), you want to show (the cube is an object) and to see (the cube as a window). But what Lotte wants to avoid is that the emphasis lies on the end of the work. This is a hybrid work. It wants to show a process, a series of thoughts, it wants to inspire, to be (or build) a conversation. (…)

III. Marjolijn van Heemstra: Even niets

Marjolijn is onze 3e gast. In een veel te groot waadpak loopt ze ’s ochtends dapper het wad op. Als ze terugkomt bij hoogwater hebben we een gesprek op de dijk en al voor we afscheid nemen heb ik spijt dat we zoveel gesproken hebben. Misschien was het beter geweest te zwijgen. We hoeven niet altijd onze woorden te forceren op de dingen die we meemaken. ‘Ik vond het gewoon heel fijn’, zegt ze. En dat is veel. ’s Ochtends nog spraken we over de drukte, de stad, het voortdurend moeten, voortrennen en presteren. Het is zo belangrijk onszelf de ruimte te geven om sommige ervaringen niet te duiden en niet te delen, denk ik nu.

Op facebook wordt haar door nieuwsgierige volgers al om een verslag gevraagd:

Waar en wanneer kunnen we lezen over je ervaringen?

Ze antwoordt direct:

Volgende zaterdag een column in Trouw erover, maar wie weet schrijf ik nog iets meer, even over nadenken. Sommige ervaringen hou je misschien ook liever voor jezelf, omdat het onder woorden brengen ook meteen afstand schept.


Column Marjolijn van Heemstra / TROUW / 30 juni 2018

Of ik van eb tot vloed in een glazen kubus in zee wilde zitten, vroeg kunstenaar Lotte van den Berg. Eten en drinken mee en een ton met zaagsel om in te plassen. Zelfs zonder die ton had ik ja gezegd.

Een kleine glazen doos in zee, gebouwd om de relatie tussen mens en natuur te bevragen, leek me de perfecte plek om bij te komen van een vakantie met peuters en regen en weinig slaap.

Om acht uur ’s ochtends trek ik bij eb op een smalle dijk een waadpak aan, laat mijn spullen achter en loop over de modderige zeebodem naar Lotte’s kubus op vijfhonderd meter van de kust.

Het is een vreemd landschap. Tijdelijk. Voor het eerst hoor ik het tij in dat woord.

Eenmaal in de kubus is er niets te doen dan kijken en hoe langer ik kijk hoe meer ik zie. Dingen die ik dood gewend ben – schelpen, stenen, korrels zand – lijken levend hier. Sommige landschappen zijn zo eentonig dat je er langzaam doorheen moet reizen om de schoonheid te zien, schreef Thesiger, op een kameel de woestijn doorkruisend. Hoe sneller je gaat hoe saaier het wordt.

Ontdekkingsreiziger

De windstilte in de kubus maakt de ruimte roerloos. Er komt een krab voorbij, kleine pokdalige bodybuilder, met zijn brede schouders en driehoekig lijf. In het plasje water zwemmen bijna doorzichtige visjes, kleiner dan een vingertop. Geen idee hoeveel tijd er verstrijkt. De zon stijgt, ik dommel weg en dan ineens is daar de vloed. Er moeten uren zijn verstreken sinds ik hier binnenkwam.

Aan de andere kant van het glas bouwt zich een muur van water op, geelgroen en troebel. Er zwemt een paarse kwal voorbij of misschien is het iets anders, het zicht is slecht.

Ik denk aan Barton en Beebe, ontdekkingsreizigers die in de jaren dertig in een kleine stalen bol naar het diepste punt van de aarde zakten om het leven daar in kaart te brengen. Maar het duister bleek op die diepte ondoordringbaar. Wat Barton en Beebe na die levensgevaarlijke afdaling konden melden, was dat de diepte zich niet laat kennen. Waardeloos, oordeelde de wetenschap. Maar in deze kubus, omringd door zompig water, lijkt het me een zeer zinnige conclusie.

Het wordt koud in de kubus en ik zit en kijk hoe het water verder stijgt, het land weer bodem wordt en ik voel me een beetje belachelijk in deze glazen kooi, belachelijk en vrij en van voorbijgaande aard.

Minister Ingrid van Engelshoven: Deze ervaring gaat nooit meer uit mijn hoofd

Fotografie Jelte Keur

Voor Opium op Oerol stapte Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ingrid van Engelshoven het Wad op en nam voor even plaats in de glazen kubus.

Je loopt naar de kubus, je kruipt er in, je gaat zitten en je bent alleen met het Wad. Je zit daar, je kijkt de zee in en er is verder niks meer.

In de uitzending komt ook voormalig directeur van de Waddenvereniging Arjan Berhuysen aan het woord. Hij verbleef afgelopen maandag 6 uur lang in de kubus.

Wij zijn als mens gewoon onderdeel van de natuur. Als je daar zo tussen zit dan klopt het. Er komt een kwal voorbij, mens en natuur dat is een geheel.

Via onderstaande link kun je het hele item en de prachtige filmbeelden van Jelte Keur bekijken (start op 23.45).

Opium op Oerol Uitzending 19 juni 2018

Terschelling / juni 2018

Foto / Willem Weemhoff

Ik denk vaak: ‘Dat wat wij aanraken is menselijk, dat wat wij (nog) niet hebben aangeraakt is natuurlijk.’

Toch kom ik er keer op keer achter dat alles wat wij mensen aanraken onder invloed is van natuurlijke processen.

Wanneer realiseer ik me -werkelijk- dat de manier waarop ik nadenk over de scheiding mens / natuur onhoudbaar is. Wanneer stap ik uit deze gedachte? – Lotte


Een kubus bestaat niet

Zondagavond 10 juni / Hij staat. Laurens, Frank, Tjadmar en Daan zijn euforisch. Het is ons gelukt. Ze gaan uit eten en vieren de overwinning.

Maandag 11 juni / Wanneer we het wad oplopen om nog wat laatste dingen te bespreken, zie ik op ongeveer 30 meter afstand dat de kist die in de kubus staat, verplaatst is. ‘Er staat water in’, zegt Daan. Mijn hart stokt. Dichterbij kijk ik naar het zeewater dat nu in het glas gevangen zit. Een beetje gelige stilstaande vloeistof. Hij is lek. Ik begin te vloeken. ‘Dit is het einde’, zeg ik en meer van dat soort woorden. ‘We gaan rustig blijven’, zegt Daan, ‘geen paniek.’

Dinsdag 12 juni / Onze eerste gedachte is repareren. Dit laten we ons niet gebeuren. Er wordt een stalen plaat besteld en Daan komt terug met maritieme superlijm. We gaan de kubus nogmaals verstevigen.
Wanneer houdt dit op? Wanneer is het sterk genoeg? We halen de kubus los uit het Wad en hijsen hem terug op het ponton. Hij wordt leeg gehoosd en droog gedept. Dit gaat goed komen.

Als de mannen terug komen van het wad zijn ze moe en bleek. ‘We hebben nog eens goed naar de constructie gekeken…’, de stilte die volgt spreekt boekdelen. Er is van alles verbogen. De krachten zijn immens geweest.
’s Avonds in gesprek met het hele team durven we voor het eerst hardop de mogelijkheid uit te spreken dat het ons waarschijnlijk niet gaat lukken de kubus te repareren.

Woensdag 13 juni / Alles wat we doen zal een lapmiddel zijn. We hebben de kubus overgeconstrueerd. Alles is zo goed ingepakt met een sterk metalen constructie dat de kit in de kern niet goed heeft kunnen drogen. Het water is binnengedrongen en heeft het ijzer verbogen. Overconstructie.

Het moet niet nog sterker. We moeten terug naar de kern. Plots krijgen we plezier in het bedenken van nieuwe verhalen. We beginnen ons af te vragen of we het binnensijpelende water kunnen gebruiken. Iemand schetst het beeld van een mens, wachtend op water, die bij het binnendringend water geen vin verroerd en zich langzaam laat onderlopen.

Zou dat niet een geweldige metafoor voor ons zijn? Wanneer iemand oppert om de reparatie nog even af te wachten; misschien krijgen we haar nog waterdicht, zijn we al om. Desnoods prikken we extra gaten in de bodem!


Voorbereidingen op Oerol / 9 juni

EEN KUBUS BESTAAT NIET

Kernbeeld van WE HAVE NEVER BEEN MODERN is een kubus van glas op het wad. Tijdens Oerol 2018 neemt iedere dag een andere bezoeker plaats in de kubus om het veranderend landschap van binnenuit te ondergaan. Honderden mensen kijken toe vanaf de waddendijk.

Hoe maakbaar is onze wereld? Hoe houdbaar zijn de constructies die we bouwen? En wat gebeurt er als het water binnensijpelt; als de zee onze zelf gecreëerde biotoop binnendringt?